Robijn: 50 tinten rood

Robijn is de rode variëteit van korund, en behoort dus tot dezelfde stenenfamilie als saffier, die in alle andere kleuren van de regenboog voorkomt.

Vroeger werd de robijn "karbonkel" genoemd, evenals de rode spinel, de pyrope granaat en vrijwel alle stenen van dezelfde kleur. Pas in 1800 werd deze kostbare edelsteen opgenomen in de korundgroep en kreeg hij de naam waaronder hij nu nog bekend is. "Robijn" komt van het Latijnse woord "rubeus", wat "roodachtig" betekent.

In tegenstelling tot wat men zou denken, hebben robijnen uit hetzelfde depot niet allemaal dezelfde kleur. Namen als "Birmese robijn" of "Siamese robijn" zijn vaak misleidend omdat zij verwijzen naar de kleur van de edelsteen en niet naar de geografische oorsprong ervan. Wat wel aanwijzingen kan geven over de herkomst van een steen zijn de insluitsels. Ze geven ook de zekerheid dat men een natuurlijke robijn vasthoudt, en geen synthetische steen uit een laboratorium. Het is belangrijk te weten dat er synthetische robijnen van edelsteenkwaliteit bestaan die dezelfde chemische, fysische en optische eigenschappen hebben als echt korund, en dat deze sinds het begin van de 20e eeuw op grote schaal op de markt zijn gebracht...

Een kleine anekdote die getuigt van de grote "verwarring" die lang heeft geheerst (en nog steeds heerst) rond de robijn; de "Robijn van de Zwarte Prins" op de kroon van Engeland is eigenlijk een rode spinel, en geen robijn zoals lang werd aangenomen. In de loop der tijd is gebleken dat veel andere koninklijke sieraden zijn bezet met spinel en niet met rood korund.

Robijnen van meerdere karakters en edelstenen zijn zeldzaam, zeer zeldzaam. Zeldzamer dan diamanten van hetzelfde gewicht. Het is dus een kostbaar juweel, zeer kostbaar, dat onze ontwerpers de uitdaging zijn aangegaan om te onthullen door middel van verfijnde, moderne en toegankelijke creaties.

Een vraag? Een robijnen gril? Contacteer ons